Een Zeldzame Citruszeef

Deze uitzonderlijk zeldzame zilveren zeef met twee elegante handgrepen is een citruszeef, die gebruikt werd voor het maken van pons. De bak van de zeef is symmetrisch open gezaagd in een patroon van afwisselend klavervier- en kruismotieven. De oplopende rand heeft open gezaagde band- en bladmotieven.

Zestiende Eeuw

Een zeef van edelmetaal was een zeer exclusief voorwerp. In de inventarislijst van het Engelse koninklijk huis wordt al in 1533 een gouden ‘orrenges zeef’ vermeld. De zeef werd speciaal vernoemd naar het gebruik voor het uitpersen van citrusfruit, dat in die tijd uitzonderlijk schaars en duur was. Door citrusvruchten boven een zeef uit te persen, belandden de pulp en de pitten niet in de drank. De eerste citrus zeven waren eenvoudig van vorm en hadden kleine gaten, vaak in regelmatige rijen geboord. In de loop van de eeuwen ontstonden er grotere, duurdere varianten met decoratieve uitgezaagde patronen en twee handvatten zodat de zeef boven de (punch)kom kon worden gehangen, zoals we bij deze zeef zien.

Orange Zeeven

Ook in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was een zilveren zeef een zeer kostbaar en weinig voorkomend voorwerp. Uit Hollandse inventarislijsten zijn maar enkele zilveren Citrus zeven bekend. Op de inventarislijst van het huis van Oranje uit 1759, staan uit de nalatenschap van stadhouder Willem IV en zijn Engelse echtgenote prinses Anna, twee orange zeeven vermeld. De Engelse ambassadeur Philip Stanhope, vierde graaf van Chesterfield, had voor zijn benoeming in Den Haag in 1727 een Orange Strainer aan zijn ambassadeurszilver toegevoegd. De Leidse koopman Allard de La Court schafte in 1752 in Den Haag speciaal een 'silvere citroenseeffie of 1 doorgeslaage backje om citroenen daarin uyt te drucken om pons te maken, samen met een ponsleepeltje'. Dit hier afgebeelde exemplaar van Busard is het enige overgebleven Hollandse exemplaar.

Pons

Zoals blijkt uit de beschrijving op de inventarislijst van Allard de La Court, werd de citroenzeef speciaal aangeschaft voor het maken en drinken van ‘pons’. Pons, de Nederlandse verbastering van het Engelse Punch, is een alcoholische vruchtendrank. Het was de allereerste cocktail, een combinatie van sterke alcohol, meestal rum, cognac of brandewijn die gemengd werd met citrusvruchten, specerijen en suiker.
De vroegst bekende geschreven verwijzing naar punch staat in een brief die in1632 wordt verstuurd door Robert Addams die dan in India is gestationeerd voor de Britse Oost Indische Compagnie. Hij schrijft naar een collega over hun beider verblijf en gezelschap: ‘I hop you will keep good house together and drincke punch by no allowance.' Het eerste punch recept verschijnt zes jaar later, in 1638 als Johan Albert de Mandelslo, een Duitse fabrieksdirecteur in Surat, India schrijft dat zijn werknemers daar een soort drankje drinken, gemaakt van aquavit, rozenwater, citroensap en suiker. De recepten en ingrediënten varieerden, afhankelijk van het budget van de maker en de drinker.

Britse Zeelieden

Het was in eerste instantie een drank voor Britse zeelieden. Deze hadden recht op 10 pints bier per dag, maar in de tropen bedorf het bier. Met lokale ingrediënten uit Indië en Indonesië maakten ze al aan het begin van de 17e eeuw een nieuwe drank, punch. Bijkomend voordeel was dat ze door het drinken een grotere kans hadden de lange overtocht te overleven omdat de citrus die erin zat bescherming bood tegen scheurbuik .

Kostbare Ingrediënten

Door over bevoorrading van de schepen kwamen de ingrediënten met de zeelieden mee naar Engeland. Financiers bezochten regelmatig de schepen waarin zij investeerden in de dokken en maakten daar kennis met dit nieuwe drankje.
Met zijn dure geïmporteerde ingrediënten als citroen en nootmuskaat viel punch ook bijzonder in de smaak bij de aristocratie. Alleen een citroen kostte al acht dollar per stuk. Aan het einde van de 17e eeuw kostte een driekwart gevulde bowl met punch net zoveel als een halve week (modaal) loon. Het drankje werd in heel Europa populair. Het werd in Engeland door mannelijke gezelschappen in sociëteiten en tavernes gedronken, terwijl de dames -die niet in de clubs mochten komen- thuis aan de thee en chocolade zaten. Maar ook in de huizen van de elite werd punch geschonken en was het een sociaal tijdverdrijf in de namiddag.

Isacq Samuel Busard

De Haagse zilversmid Isacq Samuel Busard werd rond 1706 geboren en trouwde op 22 juni 1749 met Anna-Antoinette Trouillé. Hij stierf op 11 februari 1784 op 78-jarige leeftijd. Hij woonde respectievelijk op de Fluwelen Burgwal, de Kalvermarkt en aan de Korte Poten. Busard werd in 1731 meester en trad in dat jaar toe tot het Haagse zilversmedengilde. Hij behoorde tot de beste zilversmeden van Den Haag. Als zilversmid en kashouder - hij verkocht naast zijn eigen stukken ook die van collega zilversmeden- stond hij bekend om de hoge en zware kwaliteit van zijn stukken. Hij had een goed gevoel voor ornament en verhoudingen en zijn uitvoeringen zijn onovertroffen.

Gekeurd in het midden aan de onderkant van de zeef met tweemaal het stadskeur van Den Haag, het meesterteken IB voor Isaac Samuel Busard en de jaarletter voor 1733.

Literatuur
J. Pijzel, Haags Goud en Zilver, 2006, p. 296 en 298, afb. 212

Share

    This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

    Previous item Zilver Archief overview Next item

    Join our newsletter

    Sign up
    Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze collectie, beurzen en de laatste nieuwsberichten.