Een Rond Knottedoosje

Een knottedoosje of huwelijksdoosje was een kostbaar geschenk van een man aan de vrouw waarmee hij wilde gaan trouwen. Dit ronde, zilveren knottedoosje is gemaakt in Leeuwarden rond 1640 door Jan Melchers Oostervelt (toegeschreven aan) en staat op drie bolvormige pootjes.  De gladde zijwand is rondom gegraveerd met een voorstelling die betrekkingheeft op het huwelijk. Het is een landschap met een rivier waar een brug overheen gaat, symbool van de overgang van de ene naar de andere levensfase. Op de linker oever staat een kasteel met een vrouw staand in de deuropening die het aanstaande bruidspaar nakijkt. Op de rechter oever staat een kerk. Het bruidspaar loopt naar de ingang, vergezeld door een hond, net als de zwaan in het water symbool voor de trouw. Daarnaast wordt het huwelijk gevierd. Er wordt gemusiceerd rondom de echtelieden. De bruidegom ligt in de armen van de bruid terwijl zijn tazza wordt bijgevuld met wijn.

Het gewelfde deksel heeft  drie ovale gedreven cartouches waarin voorstellingen van het geloof (een vrouw met een kruis), de hoop (een vrouw met een anker) en de liefde (een vrouw met twee kindjes) zijn weergegeven. De bodem heeft een prachtig uitgevoerde gravure met een voorstelling van Christus die een echtpaar zegent met daaromheen de tekst: Dat God toe saemen voecht dat coonen gheen menschen scheiden (wat door god verbonden is, kan geen mens scheiden)  Daaromheen is laurierkrans gegraveerd, symbool vooroverwinning en onvergankelijkheid.

Knotte Doosje

De benaming knottekistje of – doosje komt voort uit een oude Friese traditie om een huwelijks aanzoek te doen. Een jonge man kon geldstukken (zilverlingen) losjes in een geborduurde linnen doek knopen. Met deze geknoopte  doek (knottedoek) liep hij langs de jonge dame waar hij zijn oog op had laten vallen. Aan het gerinkel van de munten in de knoop kon de vrouw horen dat de man middelen bezat om goed voor haar te kunnen zorgen. Zij kon de knoop aantrekken als beantwoording van zijn liefde. Trok zij de knoop niet aan dan kon de man zonder al te veel gezichtsverlies doorlopen. 

Tijdens het aanbieden werd het volgende gedicht uitgesproken door de jongeman:

Wotte ? sa wotte
Sa heste de knotte
Wost it net dwaen
Den kinst my de knotte werjaen

Vertaald:
Wil je ? Als je wilt
Dan heb je de knotte doek
Wil je niet
Dan moet je mij de knotte teruggeven

Deze knottedoek werd bij gegoede en adellijke families vervangen door een zilveren doosje of kistje, het knottekistje. Hiermee had de dame in kwestie meer inspraak dan tot dan toe gebruikelijk was. Eeuwenlang was de vrouw haar leven lang het bezit van een man. Eerst van haar vader en later van haar echtgenoot. In oude wetten is nog te lezen hoe de koopprijs voor de eigendomsoverdracht van de jonge vrouw bepaald kon worden. Langzamerhand kreeg de vrouw meer inspraak als het om de keuze van een huwelijkspartner ging wat nog niet wilde zeggen dat het huwelijk niet gearrangeerd werd. De voormalige koopprijs werd met dit gebruik in handen van de bruid gelegd.

De meeste knottekistjes zijn langwerpig en hebben het model van een kleine bruidskist, met een halfronde deksel. Ronde knottedoosjes komen aanzienlijk minder vaak voor. In deze  ronde knottedoos konden een aantal munten opgestapeld worden. Het doosje zelf was toen ook al waardevol, daar het van zilver gemaakt is, net als de munten die er in gingen. De ronde vorm, de gedreven voorstellingen en de uitzonderlijk fijne gravure maken dit doosje van een onderscheidende kwaliteit.

Jan Melchers Oostervelt

Ronde knottedoosjes, waaronder dit exemplaar, zijn zelden gekeurd. De combinatie van een doorlopende graveerde voorstelling met drijfwerk is kenmerkend voor Jan Melchers Oostervelt aan wie dit doosje toegeschreven is. Dit is een van de twee ronde knottedoosjes van zijn hand die bekend zijn. Jan Melchers Oostervelt werd in Harlingen geboren omstreeks 1583. Op 28 jarige leeftijd werd hij meesterzilversmid. Oostervelt overleed op 83 jarige leeftijd in januari 1667. Hoewel het niet bekend is bij wie hij het vak leerde heeft Oostervelt zelf 18 leerjongens opgeleid tussen 1612 en 1663. Na zijn eerste huwelijk in 1611, het jaar waarin hij ook meester werd, huwde hij nog drie keer. Tussen 1635 en 1667 bekleedde hij verschillende bestuurlijke functies in de stad Leeuwarden.

Herkomst
A.O. van Kerkwijk Collection, The Hague (director of the Numismatic Collection in The Hague)
Sale Amsterdam 1957, lot no. 13
Sale Amsterdam 2010
Collection A. Aardewerk
Private collection The Netherlands

Literatuur
Catalogue Friesch zilver, 1927, cat. no. 279
Exh. cat. Leiden, 1935, no. 79 
N. Ottema Oudheidkundig jaarboek VII, p. 79, fig. 7
Frederiks, Dutch Silver vol. III, plate 276,  cat. no. 342
E. Voet Jr,  Merken van Friese Goud en Zilversmeden, 1974, p. 163  
Catalogue De zilveren eeuw, 2000, p. 78

Share

    This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

    Previous item Zilver overview Next item

    Join our newsletter

    Sign up
    Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze collectie, beurzen en de laatste nieuwsberichten.