Een Tabakspot voor het Friese Hof

Deze bijzonder elegante tabakspot is in 1773 door Leendert Brouwer in Den Haag gemaakt. De ingetogen en zeer geraffineerde basisvorm is zeshoekig en heeft schuin oplopende, geronde zijden die geheel glad zijn. Langs de onderrand loopt een geprofileerde gegoten lijst met voluten die onderbroken wordt door drie rocaillevormige pootjes. Het oplopende gladde deksel is eveneens zeshoekig van vorm en net als de wanden van de pot, door drie ingesnoerde lijnen verdeeld in drie segmenten. Op de bolvormige, verdikte knop liggen drie blaadjes. De afschroefbare knop is gegoten en heeft de vorm van een torderende vlam. De zwierige en asymmetrische ornamenten zijn kenmerkend voor de Lodewijk XVe stijl, die rococo wordt genoemd. Ze vormen een prachtig contrast met de geheel gladde vlakken van deze chique tabakspot. Op het deksel is het grote wapen van de provincie Friesland gegraveerd. Het wapen, met twee gaande leeuwen en 7 balkjes in een bekroond schild, wordt door twee omkijkende staande leeuwen vastgehouden en wordt ook wel leeuwenwapen genoemd. De leeuwen staan op een siermotief met bloem.

Leeuwenwapen

Het wapen van de provincie Friesland kent twee varianten. De variant met de blauwe en witte schuinbalken met rode harten erop en het leeuwenwapen. Dat laatste wapen wordt voor het eerst rond 1404 afgebeeld, waarna rond 1430 balkjes aan het wapen worden toegevoegd. Het wapen van Friesland zoals het op deze tabakspot gegraveerd is, met de twee gaande leeuwen en zeven balkjes, dateert van 1499. Nadat Albrecht van Saksen Friesland in bezit heeft genomen en aan de macht kwam werd hem dit wapen verleend dat hij als “Erfelijk Gubernator en Potestaat”mocht voeren. De 7 balkjes verwijzen naar de 7 middeleeuwse Friese kwartieren; West-Friesland, Westergo, Oostergo, Hunsingo, Fivelgo, Emsingo en Jeverland. Dit waren zelfstandige landstreken langs de kust van Alkmaar tot aan de rivier de Weser in Duitsland, die samengingen in een verdedigingsverbond tegen de Noormannen. Dat een groot gedeelte van die gebieden rond 1500 inmiddels buiten Friesland lagen was blijkbaar niet van belang. Het wapen met de zeven balkjes werd als hartschild aan het hertogelijk wapen van Albrecht toegevoegd . Vanaf 1504 zien we het voor het eerst op officiële stukken verschijnen, het is nog steeds in gebruik als het wapen van de provincie Friesland. De variant met de schuine balken en harten wordt alleen nog gebruikt op de Friese vlag.

Hof van de Friese Stadhouders

Het provinciale wapen op het deksel geeft aan dat deze buitengewone tabakspot waarschijnlijk voor het Friese Hof gemaakt is. Dit Stadhouderlijk Hof was gevestigd aan het Hofplein in Leeuwarden, wat sinds 1504 de hoofdstad van de provincie Friesland is. Vanaf het einde van de 16e eeuw werd het hof bewoond door de Friese stadhouders en hun gevolg. Tot in de 18e eeuw vervulden de graven van Nassau de functie van stadhouder van Friesland. Deze Friese tak van de familie Nassau waren de rechtstreekse voorouders van de huidige Nederlandse koninklijke familie. De stadhouder of stedehouder was de vertegenwoordiger of plaatsvervanger van de vorst. Hij bestuurde een aangewezen gebied in plaats van,“in stede van”, de vorst. Behalve het gebied regeren, moest de stadhouder ook het leger aanvoeren.
(bron

Haags Zilver in Friesland

Uit inventarissen die regelmatig werden opgesteld in de 16e, 17e en 18e eeuw blijkt dat aan het stadhouderlijk hof in Leeuwarden exceptioneel veel zilveren voorwerpen aanwezig waren. Van deze kostbaarheden is door veranderende mode en vooral door omsmelting slechts weinig bewaard gebleven. Uit de 18e eeuwse inventarissen is vaak op te maken waar al deze stukken vervaardigd waren. Opmerkelijk is dat de Friese Stadhouders verhoudingsgewijs weinig zilver van lokale en regionale zilversmeden bezaten. Veel stukken kwamen uit Duitsland en Engeland maar nieuwe bestellingen werden door het Friese hof bij voorkeur in Den Haag gedaan. Daar werd de internationale hofstijl en met name de ontwikkelingen in Parijs directer gevolgd. De laatste Franse mode kwam in Nederland als eerste aan in Den Haag. Daarbij ging het niet alleen om stilistische vernieuwingen maar ook om de introductie van voorwerpen die in ons land nog onbekend waren. De Friese adellijke families onderhielden op hun beurt weer nauwe contacten met het stadhouderlijke hof. Ook zij bestelden regelmatig zilver in Den Haag. Op deze wijze kwam de kenmerkend ingetogen, elegante Haagse stijl ook in Friesland terecht. De laatste Friese stadhouder, Willem IV, verhuisde in 1747 zelf naar Den Haag toen hij stadhouder van alle Nederlandse gewesten werd. Vanaf dat moment werd het hof in Leeuwarden gebruikt als tijdelijke verblijfplaats voor de familie Nassau.

De Haagse Stijl

De gladde, licht gewelfde vormen van deze tabakspot, die de reflecterende werking van het zilver maximaal tot zijn recht laat komen, zijn kenmerkend voor het 18e eeuwse zilver uit de hofstad. Deze Haagse stijl werd door verschillende zilversmeden in andere steden nagevolgd en wordt beschouwd als één van de origineelste en meest geslaagde uitingen van de Rococostijl in Nederland. Friese adellijke families die een huis in Den Haag hadden of daar bestuurlijke functies bekleedden, bestelden, net als het Friese hof, bij voorkeur hun zilver in Den Haag. Regelmatig werden er vervolgens door provinciale meesters stukken bij gemaakt in dezelfde stijl. Zo zien we de Haagse invloed niet alleen terug in Friesland maar ook in zilver uit Arnhem, Nijmegen, Zutphen, Middelburg en Maastricht. Opmerkelijk is de eenheid waarmee Haagse zilversmeden als Engelbart Joosten, Gregorius van der Toorn, Isaac Samuel Busard en Leendert Brouwer in het derde kwart van de 18e eeuw, natuurlijke tak en blad ornamenten toepassen op vaak gladde, ingetogen stukken. Hierdoor konden bijvoorbeeld serviezen moeiteloos samengesteld worden uit het werk van verschillende Haagse zilversmeden.Leendert Brouwer
De Haagse goud- en zilversmid Leendert Brouwer trouwde in 1760 in de katholieke kerk in de Oude Molstraat met Maria van Can. In datzelfde jaar, op 20 oktober 1760, wordt hij opgenomen in het eedboek. In 1800 koopt hij een huis in de Vleersteeg, wat hij in 1804 weer verkoopt. In 1808 koopt hij een huis in de St. Annastraat. Van Brouwer is vooral tafelzilver bekend waarvan een aantal exemplaren onderdeel zijn van de collectie in het Haagse Kunstmuseum. Dit museum heeft ook een wat latere tabakspot van Brouwer in de collectie.

Gekeurd aan de onderkant met stadskeur van Den Haag, Hollandse leeuw, de jaarletter B voor 1773 en het meesterteken L.B onder een kroon.

Share

    This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

    Previous item Zilver Archief overview Next item

    Join our newsletter

    Sign up
    Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze collectie, beurzen en de laatste nieuwsberichten.