Een zilveren haan en hen

Deze naturalistisch vormgegeven haan en hen zijn gemaakt in Dordrecht in 1618 en 1619 door Hessel van Buren. De dieren staan recht op de poten en zijn geheel gegraveerd en geciseleerd met een verfijnd verendek. De koppen zijn afneembaar en hebben een gladde, gekromde snavel met aan beide zijden een lel. Op de kop hebben beide een opstaande kam. De haan is voorzien van een grote staart die gedecoreerd is met een maanvormig verendek. De bovenste grote maanvormige veer is uit een aparte plaat zilver gesneden en bij de aanzet op de staart gemonteerd zodat deze vanaf de aanzet geheel los van de rest van de staart komt. De hen heeft een korte staart. De poten zijn geschubd en hebben scherpe zilveren nagels.

Dierfiguren in zilver.

Zilveren dierfiguren uit de 16e, 17e en 18e eeuw zijn in de Nederlanden zeer zeldzaam. Naast hanen en hennen zijn een zwaan- en een aantal uilvormige bekers bekend waarbij bij de laatste het lichaam vaak door een gesneden kokosnoot wordt gevormd. De inspiratie voor het maken van dierfiguren is te herleiden naar Zuid Duitsland waar met name in Augsburg verschillende paarden, leeuwen, herten, beren, struisvogels en andere dieren vervaardigd werden in de 16e en 17e eeuw. Ook hanen zijn bekend zoals het Tsjechische exemplaar uit 1601 dat thans deel uit maakt van de collectie van de firma Kugel uit Parijs. De aquamaniles uit de middeleeuwen hebben mogelijk inspiratie gevormd voor de zilversmeden uit de 16e en 17e eeuw. Het Metropolitan Museum of Art in New York heeft een aquamanile uit de 13e eeuw in de vorm van een haan in de collectie.

Nederlandse exemplaren

Er zijn ca 17 vogelfiguren, waaronder deze haan en hen, geregistreerd die in Nederland gemaakt zijn. In de collectie van het Victorian and Albert Museum in Londen zijn tekeningen van Reinhold Vasters uit de tweede helft van de 19e eeuw. Op één tekening is een hen op voetstuk met drie kuikens te zien. Omdat de hennen die nu bekend zijn vrijwel gelijk van model en decoratie zijn, is de vraag gerezen wanneer deze stukken ontstaan zijn. En of dit mogelijk creaties waren uit het atelier van Vasters of dat hij de tekening gemaakt heeft van een bestaande 17e eeuwse zilveren hen.
Dit heeft geleid tot verschillende artikelen waarbij het, door gebrek aan nadere gegevens omtrent de gebruikte keuren in Dordrecht en materiaalonderzoek, niet mogelijk was om hier uitsluitsel over te geven.

Onderzoek

Na het laatst gepubliceerde artikel in de Stavelij uit 2009 over dit onderwerp door Drs. J.P. van Rijen is er intensief onderzoek verricht naar Dordts zilver en met name naar de zilverkeurmerken die in deze stad gebruikt zijn. De heer H. Breet heeft de resultaten van zijn onderzoek dit jaar gepubliceerd in zijn boek De Dordtse Roos. Hierin zijn onder andere de reeksen jaarletters en stadskeuren duidelijk in beeld gebracht.
Ook de keuren die afgeslagen zijn op een aantal hanen en hennen (o.a. die in de collectie van Museum van Gijn) zijn hierin opgenomen. Dankzij dit onderzoek naar de zilverkeuren is duidelijk geworden in welke jaarletterreeks de dierfiguren vallen. Hierdoor is nu vast te stellen dat ze voorzien zijn van jaarletters uit het derde alfabet wat in gebruik was tussen 1600 en 1622. Alleen de haan uit de collectie van Museum van Gijn valt in de reeks van het vierde alfabet (1625). Daarnaast is te zien dat er gebruik gemaakt is van verschillende stempels. Zowel van het meesterteken, het stadskeur en de jaarletters.

Bekende exemplaren

Wanneer de geregistreerde exemplaren op chronologische volgorde geplaatst worden valt op dat er meestal maar één exemplaar per jaar vervaardigd is. Er zijn slechts twee jaren waarin er twee dierfiguren zijn gemaakt. Voor zover nu bekend is dat alleen in 1616 en 1619 het geval. Het is zeer onwaarschijnlijk dat een vervaardiger in de 19e eeuw beschikking had over stempels van verschillende jaarletters die uit één alfabet komen. Doordat deze jaarletterreeksen nu in kaart zijn gebracht is dit duidelijk geworden.

Meesterteken HB

Het meesterteken HB met twee winkelhaken eronder is in het verleden toegeschreven aan de Dordtse zilversmid Huibrecht van den Bergh. Deze was in Dordrecht werkzaam van 1643 tot 1656.
Het onderzoek naar de gebruikte jaarletters in Dordrecht heeft aan licht gebracht dat de toeschrijving aan Van den Bergh niet correct is. In de periode waarin hij werkzaam was de vijfde jaarletterreeks in gebruik die van 1646 tot 1668 loopt. De jaarletters op de tot nu toe bekende vogelfiguren vallen, op één na, binnen de derde reeks jaarletters die in Dordrecht gebruikt is (van 1600 tot 1622). De enige zilversmid die werkzaam was in de eerste kwart van de 17e eeuw met de initialen HB, is Hessel Jacobsen van Buren. Daarom worden deze haan en hen nu toegeschreven aan Hessel van Buren.

Samenstelling zilver

Dankzij de huidige XRF techniek is het mogelijk om de samenstelling van zilver te onderzoeken. Bij Waarborg Holland is dit onderzoek gedaan naar de samenstelling van het zilver van deze haan en hen. Op zeven verschillende plaatsen is een meting verricht.
Hieruit blijkt dat de samenstelling van het zilver geheel in lijn is met het zilver dat in de 17e eeuw is vervaardigd. Ook de samenstelling van het gebruikte soldeer is onderzocht. Ook dit is geheel in lijn met de samenstelling uit de 17e eeuw. De haan en hen in de collectie van museum van Gijn is eveneens door Waarborg Holland op samenstelling van het materiaal onderzocht. De resultaten zijn vergelijkbaar met die van dit stel. De samenstelling van het zilver van de haan uit 1619, die zich in de jaren '90 in de collectie van A. Aardewerk bevond, is in 2005 door prof. dr. Richter onderzocht. Ook deze resultaten komen overeen met de samenstelling van de hierboven onderzochte exemplaren en de gebruikelijke waarden uit de 17e eeuw. Van de zwaan in de collectie van het Rijksmuseum is recent de samenstelling van het zilver onderzocht. Ook deze resultaten komen overeen met het gangbare gehalte in het eerste kwart van de 17e eeuw.

Afslag van de keuren

De keuren zijn zowel op de haan als op de hen duidelijk afgeslagen en leesbaar. Op de haan is te zien dat het meesterteken eerst afgeslagen is en dat daarna een proefsteek is genomen om het gehalte te controleren. De proefsteek loopt aan de onderkant gedeeltelijk over het meesterteken heen. De andere twee keuren (het stadskeur en de jaarletter) zijn beide over de proefsteek afgeslagen. Bij de hen is te zien dat het stadskeur en jaarletter eveneens over de proefsteek zijn afgeslagen.
Voordat een zilversmid een stuk ter controle van het gehalte aanbood bij de keurkamer van het gilde van de stad waarin hij werkzaam was, sloeg hij zijn meesterteken erop af. Bij de keurkamer werd er vervolgens een proefsteek van het stuk afgenomen om het gehalte te controleren. Als het gehalte juist bevonden werd, werd het stadskeur en het keurmeestersteken (of jaarletter) erop afgeslagen. Deze volgorde van afslaan is duidelijk te zien aan de hand van de keuren op deze beide stukken waarbij stadskeur en jaarletter over de proefsteek zijn afgeslagen.

Keuren

Zowel de haan als de hen zijn volledig gekeurd op de sluitrand van de kop met het stadskeur van Dordrecht, de jaarletter T voor 1618 en V voor 1619 en het meesterteken HB met twee winkelhaken eronder voor Hessel Jacobsen van Buren.
Op het lichaam van zowel de haan als de hen is tevens het 19e eeuwse herkeur, Z1 afgeslagen.

Share

    This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

    Previous item Zilver Archief overview Next item

    Join our newsletter

    Sign up
    Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze collectie, beurzen en de laatste nieuwsberichten.